Route van de meren - 265.00 Km -


Vielha is de hoofdstad van de Aran en tevens hoofdstad op het gebied van toerisme, commercie en accommodaties van de vallei, met ongeveer 5.500 inwoners. De Sant Miquel kerk met de imponerende klokkentoren en de Christus-sculptuur uit de twaalfde eeuw is interessant om te bezoeken. Om de omgeving beter op de motor te ontdekken, vertrekken we via de nationale weg N-230 en rijden we zo’n 40 kilometer door de tunnel van Vielha, met een lengte van 5.230 meter, welke in het noordwesten van Catalonië de gewesten Vall d’Aran en L’Alta Ribagorça met elkaar verbindt. Hij maakt deel uit van de N-230 en bestaat uit parallel-gelegen tunnels en wordt veel gebruikt door vrachtverkeer en zwaar transport. Voorzichtig dus op de motor. We volgen de N-230 tot El Pont de Suert, waar we voor een stukje omrijden richting Vall de Boí, de Boí-vallei.

El Pont de Suert, kleine hoofdstad van het gewest L’Alta Ribagorça, heeft ongeveer 2.300 inwoners. Vlakbij het stuwmeer van Escales, dat gevoed wordt door de Noguera Ribagorçana doet deze plaats het gewest eer aan. Het is een kleine plaats, met prachtige natuur en behoorlijk wat bezienswaardigheden. We stellen voor om vanaf hier naar één van de mooiste en meest aansprekende plaatsen van de Pyreneeën van Lleida en Catalonië te gaan: Vall de Boí (de Boí-vallei). El Pont de Suert dus verlatend, sturen we onze motor naar het noorden. De L-500, van El Pont de Suert naar Caldes de Boí brengt ons zo naar de Vall de Boí, na ongeveer 30 kilometer.

De Vall de Boí (de Boí-vallei), is Romaans pur-sang en toegangspoort tot het Parc Nacional d’Aigüestortes i Estany de Sant Maurici. Een redelijk vlakke weg en landschappelijk gezien prachtig, welke door de vallei voert alvorens we klimmen via de L-501, als we daar zin in hebben, naar het skiresort van Boí-Taüll. Maar niet voordat we de schitterende Romaanse bouwwerken van Sant Climent en Santa Maria de Taüll hebben gezien, welke deel uit maken van het geheel van acht kerken en een kapel die door het UNESCO tot werelderfgoed zijn uitgeroepen. Het is ook interessant om het spa-resort van Caldes de Boí te bezoeken.

Na deze eerste spectaculaire 70 kilometer (ongeveer) en weer terug in El Pont de Suert, nemen we een andere weg, namelijk de N-260 door Faiada en Malpàs en zo passeren we op een bochtige, maar goed geasfalteerde weg enkele dorpjes tot we na ongeveer 29 kilometer aankomen in Senterada, waar we naar het noorden afslaan via de lokale L-503. Deze brengt ons naar het uitzonderlijke landschap van de Vall Fosca (de donkere vallei) en La Torre de Capdella.

Vall Fosca, gelegen in het noorden het Pallars Jussà gewest, is een bijzonder scenario waar water, bergen, de meest gevarieerde vegetatie en diverse diersoorten in harmonie met elkaar leven. De vallei begint op 800 meter en het hoogste dorp is Capdella, dat zich op een hoogte van 1.420 meter bevindt en dat de rij sluit van de 19 dorpskernen die de Vall Fosca telt.

De Flamisell-rivier loopt als een as door de Pyreneeën. Terwijl we de rivier volgen kunnen we genieten van een steeds weer veranderend landschap dat ons leidt tot het hoogste punt van de Vall Fosca, waar zich de kabelbaan bevindt die toegang biedt tot het Parc Nacional d'Aigüestortes i Estany de Sant Maurici en waar we meer dan 30 meren kunnen bezoeken. Een gebied dus om flink wat tijd door te brengen. Ook is het interessant om het hydro-elektrisch museum van Capdella te bezoeken.

Daarna nemen we opnieuw de L-503 richting Senterada, waar we opnieuw de N-260 nemen om zo na zo’n 10 kilometer in La Pobla de Segur te arriveren.

In La Pobla de Segur, gemeente van het Pallars Jussà-gewest, kunnen we stoppen om wat te drinken en uit te rusten. Hier is het interessant om een bezoek te brengen aan Casa Mauri, in Modernistische stijl, en Espai Raier om meer te weten te komen over de ‘raiers’ (houtvlotters), hun geschiedenis en de zwaarte van hun werk. We passeren het dorp van het noordoosten naar het noordwesten, dwars door het centrum, via de N-260. We stellen voor om de route via de C-13 te vervolgen en, terwijl we het Sant Antoni stuwmeer met een typische Pre-Pyreneese omgeving oversteken, ongeveer 13 kilometer tot we aankomen in Tremp.

Salàs de Pallars, een klein dorp met 365 inwoners, beschikt over een versterkte middeleeuwse buurt met daarin museumwinkels. Deze ruimtes beschikken over exposities en alledaagse artikelen uit de oude tijd. Zo kan een bezoek worden gebracht aan een nagemaakte levensmiddelenwinkel, een apotheek, een tabakswinkel, een kapper, een bar, etc.

Tremp, hoofdstad van het gewest Pallars Jussà, heeft ongeveer 6.300 inwoners. De gemeente strekt zich uit tussen het gebied van de Pre-Pyreneeën, in het westen de oever van de Noguera Ribagorçana rivier en in het oosten de Noguera Pallaresa.rivier. Het centrum is gelegen op een kleine heuvel in het stroomgebied met dezelfde naam, op 468 meter hoogte boven zeeniveau. De Conca de Tremp, of Conca Decà, is een natuurrijk gewest, begrensd door bergwanden en bergen als Montllobar (1.125m), Lleràs (1.678m), Comiols (1.356m), Sant Gervàs (1.834m), Boumort (2.070m) - met een rijke fauna (herten, gemzen, gieren, lammergieren, etc.) - en Montsec d'Ares (1.678 m).

Tussen de stuwmeren Sant Antoni en Terradets volgen we de C-13 richting het zuiden. Na het volgen van de Noguera Pallaresa, met panoramische uitzichten en tussen de bochten door spectaculaire rotswanden, bergwanden en stuwmeren, komen we na ongeveer 40 kilometer van goed asfalt aan in Camarasa.

Voordat we in Camarassa aankomen passeren we echter eerst La Baronia de Sant Oïsme, een klein dorpje in een prachtig landschap, gelegen op de top van een rotspunt boven het Camarasa-stuwmeer. Het bestaat uit een paar lage huizen aan de voet van een oude toren en de kerk van Sant Bartomeu.

Camarasa is een klein dorp van het gewest La Noguera, met nog geen 1.000 inwoners. We laten het dorp achter ons en nemen een streekweg richting Cubells – met de Romaanse Santa María del Castell kerk – dat we na zo’n 8 kilometer rechte weg bereiken. Vanaf hier rijden we de laatste 70 kilometer terug richting het noorden via de C-26 en later de C-14, welke ons naar Oliana brengt via een snelle weg, met schitterende panorama’s en goed asfalt. Dit gebied, omringd door de Segre-rivier, heeft een schitterende route om de stuwmeren van Rialp en Oliana.

 

Twee plaatsen die je niet mag missen voordat je de route beëindigt zijn Ponts, uitzonderlijk vanwege de kanunnik van Sant Pere en de middeleeuwse necropolis en Bassella, waar je absoluut moet stoppen voor het motormuseum, gelegen direct aan de C-14. Hier, in een expositieruimte van ongeveer 1.000 vierkante meter, worden meer dan 200 motors uit alle tijden en takken van motorsport getoond, vergezeld van grafisch en audiovisueel materiaal.

Oliana is een klein dorp in L’Alt Urgell, met 1.900 inwoners en heeft een belangrijke erfenis aan beschavingen. Speciaal vermelden we de ijsputten en de Romaanse kapel van Sant Andreu del Castell, gelegen op een heuvel met schitterend uitzicht op het dorp. Het is tevens het eind van ons traject.



Opmerkingen